Leo Hanssen stopte vorige jaar als chirurg. Hij verrichtte in zijn loopbaan veel oncologische operaties. Van de ontwikkelingen in het Toon Hermans Huis is hij volledig op de hoogte door zijn vrouw Marijke, die deel uitmaakt van het bestuur. Zelf heeft hij nog geen samenkomst in het Toon Hermans Huis meegemaakt. “Ik ben behoudend om binnen te komen, want je loopt het risico allerlei vragen te krijgen. Het is lastig als je in het vak zit, niet over ziekte te praten.” Wel heeft hij de lezingen bijgewoond die het inloophuis houdt en is daar zeer enthousiast over. “Een goed en aansprekend concept!”
Hanssen kijkt met veel voldoening terug op zijn werk als chirurg. “Het geeft een persoonlijke band met de patiënt en vereist een absoluut wederzijds vertrouwen. Je probeert het maximaal haalbare te bereiken. Je werkt als chirurg niet individueel: het is een teamwork met gespecialiseerde mensen.”
“Het is een groot verbreid misverstand dat een klein ziekenhuis voor heel veel ziektebeelden niet dezelfde hoogkwalitatieve zorg zou kunnen bieden als een groot ziekenhuis. Iedere patiënt wordt echter besproken met een oncoloog van een groot centrum en in een team van een man of acht, onder wie de chirurg, een internist en een oncoloog. Tegenwoordig kan dit gelukkig snel via digitaal vergaderen.”
Paramedische zorg vanuit het ziekenhuis vindt hij belangrijk, maar net zo belangrijk is de begeleiding buiten het medische circuit. Het Toon Hermans Huis geeft deze.
“Het geeft de mogelijkheid om op een andere manier naar dingen te kijken. Hier kan men communiceren met lotgenoten, niet in een ziekenhuisomgeving en niet over de ziekte. Daarnaast wordt er geprobeerd de zinnen te verzetten, met andere dingen bezig te zijn. Ook kan men hier gebruik maken van de ervaringen van anderen en hoeft men niet zelf dingen uit te gaan zoeken. Dat geeft een stuk zekerheid.”
tekst: Henk ter Beest
foto: E3 Fotografie (Carolien)
redactie: Bodé Media