Kort verslag van de door het Toon Hermans Huis Emmeloord georganiseerde bijeenkomst in de Flevomeerbibliotheek op 16 maart 2022 waar huisarts Anja Korf en wijkverpleegkundige Gerda Jonker antwoord geven op vragen van bezoekers.
Schakel tussen patiënt en ziekenhuis
Hoe verloopt de samenwerking tussen huisarts en wijkverpleegkundige?
De meest ideale situatie is als we samen bij de patiënt zijn, maar dat is niet altijd mogelijk. Zijn er dan vragen, dan nemen we contact met elkaar op d.m.v. een briefje, telefoontje of een app.
Gaat de huisarts altijd op bezoek bij de diagnose kanker?
Niet altijd. Het is afhankelijk van verschillende dingen, bijv. om wat voor soort kanker het gaat of de impact van de diagnose. Er wordt in ieder geval contact opgenomen met de betreffende patiënt.
Hoe is de communicatie tussen ziekenhuis, huisarts en verpleegkundige?
In principe krijgt de huisarts een brief van het ziekenhuis, maar dit kan soms dagen op zich laten wachten. Er kan dus een gat vallen in de begeleiding. Ook de wijkverpleging krijgt bericht dat de patiënt ontslagen is uit het ziekenhuis, het zgn. overdrachtsbericht. Dit is het geval als de patiënt hulp nodig heeft. Als iemand geen zorg nodig heeft en niet bekend is bij een thuiszorgorganisatie zal er geen overdracht bij ons binnen komen.
Kan de huisarts een rol spelen bij de keuze van de behandeling in het ziekenhuis?
Dat is moeilijk omdat de oncologiezorg erg in ontwikkeling is en de huisarts niet altijd van de laatste ontwikkelingen op de hoogt kan zijn. De keuze van de juiste behandeling is specialistenwerk en wordt dus gedaan door de behandelend oncoloog.
In de regio is bijna alles mogelijk wat de patiënt zelf wil. Directe verwijzing naar een Academisch Ziekenhuis is echter moeilijk. Second opinion loopt via het ziekenhuis waarin de patiënt is behandeld, omdat de huisarts niet over alle informatie en materiaal, zoals foto’s, beschikt. Ziekenhuis kan het beste bepalen welk ander ziekenhuis de meeste expertise heeft.
Het komt zelden voor dat een ziektekostenverzekering een verwijzing blokkeert.
Waarom geen directe verwijzing naar een Academisch Ziekenhuis?
Veel gevallen kunnen behandeld worden in regionale ziekenhuizen. Academische Ziekenhuizen zijn er voor bijzondere, gespecialiseerde expertises en er moet daar ruimte zijn voor dringende gevallen.
Waarom is het zo moeilijk een PSA-test te laten afnemen om te controleren of je prostaatkanker hebt?
Een PSA-test is niet sterk genoeg als diagnostisch middel. Niet zo indicatief als bijvoorbeeld borstkankerscreening. PSA-uitslag kan sterk wisselen en hoeft niet direct op kanker te duiden. Bovendien is prostaatkanker niet zo agressief. “Mannen gaan vaker mèt, dan ààn prostaatkanker dood.” Periodieke controle kan veel onnodige onrust geven.
Wat vinden jullie van alternatieve en complementaire behandelingen?
De patiënt mag zelf beslissen of hij daar gebruik van wil maken, zolang het maar niet in de plaats komt van de reguliere behandelingen.
Wat doet het met je als een patiënt overlijdt?
Het raakt je altijd. De ene situatie raakt je meer dan de andere situatie, bijvoorbeeld afhankelijk van hoe betrokken we zijn geweest, hoe de band met iemand is. Je kan je voorstellen dat, als je langere tijd zorg hebt verleend in een jong gezin, dat je anders raakt dan wanneer je betrokken bent bij een patiënt op leeftijd die een voltooid leven ervaart.
Hoe gaan jullie om met de vraag om euthanasie?
Dat hangt van de situatie af waarin de patiënt verkeert. In de palliatieve fase gaan we het gesprek aan met vragen als “Hoe ga je om met de wetenschap dat het binnenkort afgelopen is?” of “Hoe denk je over de dood?”
We bespreken de situatie en begeleiden de patiënt. Een vraag die herhaaldelijk gesteld dient te worden is “Heb je dit besproken met de huisarts?” We moeten weten of er goed over nagedacht is. Ook is er aandacht voor de naasten.
Belangrijk is, als je denkt ooit euthanasie te willen, dit vroegtijdig met de huisarts te bespreken en dit regelmatig bespreken bij de huisarts aan te geven. Een testament is te algemeen. Belangrijk is ook om op papier te zetten wat voor de patiënt ondraaglijk is, want dit is per persoon verschillend. Een papiertje met een paar zinnen en een handtekening is al voldoende. De patiënt moet wel wilsbekwaam zijn.
Wanneer komt de wijkverpleging in actie bij de vraag naar euthanasie?
De vraag moet uitgaan van de patiënt. De verpleegkundige kan iemand er wel naar vragen of het bij hem of haar past. De wijkverpleegkundige kan advies geven om met de huisarts te gaan praten.
Wat als naasten een andere mening hebben over euthanasie?
Ook als de familie vindt dat de patiënt veel lijdt, beslist de patiënt zelf.
Begeleiding van de betrokkenen is dan essentieel. Maar dat geldt ook voor bijv. palliatieve sedatie. We starten geen handeling als de cliënt daar nog niet aan toe is. Dat is voor familie wel eens moeilijk; zij zien het lijden, zij zien het lijden wat de patiënt nooit had gewild.
Hoe ga je om met patiënten met kanker?
De huisarts gaat voor comfort. Die kan eventueel hulp inroepen van een psycholoog of geestelijk verzorger, maar dat kan bijvoorbeeld ook een vertrouwde buurvrouw zijn.
De zorg geldt trouwens ook voor de naasten. De huisarts kan zien waar behoefte aan is. Zo kan bij kinderen de hulp van een schoolpsycholoog belangrijk zijn.
Het Toon Hermans Huis is, via de scholen, bezig met de vraag wat het voor jongeren tussen twaalf en achttien jaar kan betekenen. Er is een landelijk netwerk dat zich bezighoudt met deze vraag. Het Toon Hermans Huis houdt daar contact mee.
Brengen jullie het Toon Hermans Huis ook onder de aandacht?
Eerlijk gezegd (nog) te weinig.