Laura Maaskant heeft een boek geschreven; een mooi en ontroerend boek. „Onze” Laura, die 2 jaar geleden ons Toon Hermans Huis Emmeloord opende. Laura was behandeld voor een zeldzame vorm en in haar toespraak hekelde ze het zgn. vechten tegen kanker. Ze zei toen: „als je geneest door de behandeling heb je geluk. Als het terugkomt heb je pech”. Sinds enige tijd weet ze dat ze tot de groep behoort die pech heeft. Samen met haar behandelend arts zette ze de resterende behandelmogelijkheden op een rij en besloot toen om te gaan voor de kwaliteit van de haar nog resterende tijd in plaats van mogelijke verlenging van het leven door behandelingen met waarschijnlijk ernstige bijwerkingen.
Die kwaliteit van leven bestaat vooral uit een intens bewustzijn van haar bestaan: in het licht van het naderende einde beleeft Laura alles heel intens. Zij beschrijft in het boek haar geschiedenis vanaf de ontdekking van de tumor, 5 jaar geleden, tot begin 2014. Heel belangrijk in dit proces zijn haar familie: ouders en broers en haar vrienden. Ze vertelt over de eerste schrik en de uitputtende behandeling, hoe haar lichaam als het ware werd afgebroken, het herstel en de hoopvolle periode daarna als studente in Amsterdam; en de domper toen de tumor terugkwam. Heel mooi en indringend vertelt ze over alle heftige gevoelens rondom dit gebeuren in haar lijf; ook hoe langzaam het besef van de naderende dood meer en meer doordringt.
Er is ook ruimte voor humor: „in ieder geval wil ik vrouwelijk de kist in met een jurkje, pumps en sieraden; op hoge hakken de hemel in”. Samen met haar vriendin gaat ze op speurtocht naar het perfecte jurkje.
Het schrijven van dit boek voelde voor Laura als een levensopdracht. Door dit boek schreeuwt ze het uit: „LEEF!, leef NU”. Laura wil ons inspireren. Wat mij betreft is ze daarin helemaal geslaagd. Ik voel dankbaarheid en verbondenheid bij het lezen van haar boek.
Tot slot de laatste regels hiervan; Laura is met haar hond de zee in gerend. „Ik lach en kijk van een afstand naar de wereld. Mijn voetstappen zijn verdwenen door de zee die ze heeft weggevaagd. Ik sluit mijn ogen. Ik hoor de wind en het zeewater dat tegen mijn buik klotst. En de zee blijft stromen en stromen. Ze houdt nooit op”.